Hoofdstuk 5

Internationalisering en het onderzoek

De wereld verandert snel om ons heen. Kenniscirculatie neemt snel toe via digitale technieken en platforms, de middenklassen in de wereld nemen in importantie toe, Het Westen zal zich moeten realiseren dat de economische en geo-politieke macht verschuift naar het Oosten (als ook Zuid-Amerika) en met name China. Daarnaast nemen de complexheid en onzekerheid toe in onze samenleving en vragen om herbezinning (O’Neill, 2011). Internationaliseren zal door een aantal globaal ingezette ontwikkelingen een andere betekenis krijgen en vragen om een andere benadering: migratiestromen door religieus-etnische conflicten en ontwikkelingen en economische gevolgen van urbanisatie. Zowel urbanisatie als migratie verdienen aandacht vanwege de globale gevolgen van tekort aan water en voedsel door veranderingen in natuur en milieu. Twee andere ontwikkelingen mogen daarbij niet onvermeld blijven als het gaat om studenten voor te bereiden op een internationale en interculturele omgeving: een grotere betekenis voor sociaal-economische en politieke verhoudingen, en de culturele en economische betekenis van ethisch en maatschappelijk verantwoord (onder)handelen (governance). De hiervoor genoemde ontwikkelingen zullen ook hun weerslag hebben op bestaande verhoudingen ten aanzien van werk-, studie-, woon- en leefomgeving. De Gemeente Rotterdam in haar ontwikkeling naar een metropolitane regio met een globaal perspectief, zal een werk- en leefomgeving hebben waarin vele nationaliteiten en culturen met behoud van en respect voor ieders culturele achtergrond, samenwonen en –werken en dat vraagt om een internationale en interculturele attitude en sensitiviteit die die omgeving ten goede komt. Dat betekent dat er meer hoger opgeleiden voor die ontwikkeling voor de stadsregio behouden moeten blijven om innovatie, attractiviteit en kenniscirculatie vorm te geven (VH, 2014; VH, 2018).

De onderkenning meer te investeren in internationaliseren is duidelijk aangegeven door nationale en internationale overheden. De EU benadrukte dat het draait om drie terreinen: student- en docentmobiliteit, internationalisering van het curriculum en webleren, capaciteitsopbouw en samenwerking via strategische partnerships. Terecht, ofschoon we daar aan zouden willen toevoegen: professionalisering en leven-lang-leren. Immers, zonder de staf te professionaliseren in internationaliseren cq interculturaliteit , zal het moeilijk worden bovenstaande terreinen verder vorm te geven. Het onderwijsmanagement gaf dat in bijzondere mate aan (Coelen, 2013).

Maar ook de internationalisering voor het bedrijfsleven en overheden ontwikkelt zich en wordt uitgedaagd. Diezelfde sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkelingen spelen een rol (de transitie van de havenstad, de interculturele en internationale arbeidsmarkt, een internationaal kennisinstituut, inclusief internationaal onderwijs, internationalisering van het mkb). Naast de onderwijskundige ontwikkelingen moeten we de ontwikkelingen en uitdagingen waar het bedrijfsleven voor staat, in de samenwerking (helix) agenderen.

Het kennis- of beroepsdomein waarin de lector werkzaam is

Het domein waarbinnen het lectoraat internationalisering werkzaam is, is onder andere het domein van (inter)persoonlijke ontwikkeling, competenties en vaardigheden en arbeidsmarkt. Immers, international competence en intercultural sensitivity is meer het ontwikkelen van een attitude met betrekking tot de internationale en interculturele woon-, werk- en leefomgeving van de afgestudeerde beginnend professional. Dat betekent overigens meer dan alleen de student in zijn opleiding, ook de studieomgeving moet die internationale en interculturele context kunnen bieden. Daarvoor zijn bijvoorbeeld ook professionals nodig in de zin van instructeurs en docenten die vanuit een interculturele houding het onderwijs en de praktijk vormgeven. Het domein beweegt zich duidelijk in de helix onderwijs/onderzoek-bedrijfsleven-overheid-maatschappij. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken op welke wijze onderwijs door middel van praktijkgericht onderzoek de samenwerking tot creativiteit en innovatie kan brengen. Wat dat betreft sluit ik mij aan bij hetgeen Jet Bussemaker heeft aangegeven in haar notitie ‘De waarde(n) van weten. Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek 2015-2025’ (Bussemaker, 2015) “Als het gaat om internationalisering moeten we internationale mobiliteit en de international classroom uitbouwen met inachtneming van vier voorwaarden: bevordering internationale oriëntatie in het curriculum, inpassen van een mobiliteitsvenster, informatievoorziening, besteden en uitbreiden financieringsbronnen.” Daarin past het triple helix-concept uitstekend. Het is dan ook zaak deze concepten te stimuleren en te entameren. “Diversiteit zal een grotere aandacht moeten krijgen. Immers, werkend vanuit uiteenlopende perspectieven zal dit leiden tot grotere pluriformiteit in perspectieven”. Dat betekent dat de aandacht voor interculturele sensitiviteit vertaald moet worden naar (onderzoek van) onderwijsconcepten die bijdragen aan een culturele bewustwording die past binnen onderwijsprogramma en arbeidsmarkt.

Ambities

Hogeschool Rotterdam is een school met internationale activiteiten en programma’s. Maar de school wil een internationale hogeschool zijn, waarbij aandacht is voor diversiteit om die ambitie te bereiken. Dat betekent dat instituten of opleidingen zelf hun ambitie kunnen bepalen ten aanzien van internationalisering. Nu we de Driehoek Internationalisering omarmd hebben, gaan we met name met elkaar en opleidingsgericht de internationalisering vormgeven. Uiteraard heeft elk instituut oog voor de werk-, woon- en studieomgeving waarin de HR ingebed is.

De ambitie is ook om een center of expertise te worden ten aanzien van internationalisering, hetgeen betekent dat de HR niet alleen kennis verwerft door onderzoek te doen, maar ook kennis laat circuleren in het helix-netwerk onderwijs/onderzoek-bedrijfsleven-overheid-maatschappij. Maar het private en publieke domein participeren in het verkrijgen en delen van die kennis. Het lectoraat zal daartoe onderzoek met betrekking tot internationalisering opzetten dat bijdraagt aan curriculumopbouw en –vernieuwing, private en publieke partners betrekt in onderzoek naar internationalisering en studenten betrekt in onderzoek naar interculturele en internationale competenties dan wel 21st century skills. Verbinding met andere kenniscentra is daarbij essentieel als ook netwerkopbouw en –verbreding met nationale en internationale organisaties dan wel semi-publieke en private partners. Op deze wijze kan aan kennisverwerving en –opbouw worden gedaan die het lectoraat een belangrijke rol geven in de totstandkoming van een center of expertise.

De aanleiding cq het doel en de taken van het lectoraat

Met in het achterhoofd de visiebrief van Dr Jet Bussemaker ‘studenten met een internationale ervaring blijken slimmere, meer creatieve, meer oplossingsgerichte en ondernemende studenten te zijn’ (Bussemaker, 2014) is het van belang voor een onderwijsorganisatie als Hogeschool Rotterdam de uitdaging van internationalisering, gezien de ontwikkeling van Rotterdam tot metropolitane regio, aan te nemen. Immers, een internationale en multiculturele stad als Rotterdam zal met name de focus moeten hebben op (wereld)burgers die intercultureel sensitief en zich bewust zijn van de pluriforme samenleving en welke mogelijkheden dat kan bieden voor de stad en het bedrijfsleven. In de tweede plaats zal Hogeschool Rotterdam onderzoek moeten doen naar internationaliseringsvraagstukken (onderwijs, bedrijfsleven en overheid) om internationalisering verder vorm te geven. Diversiteit, inclusiviteit en migratie zijn thema’s die in samenwerking met andere kenniscentra, andere onderwijspartners en publieke partners opgepakt kunnen worden.

Taken lectoraat:

  • Internationalisering (door)ontwikkelen als één van de speerpunten van de ambitie van Hogeschool Rotterdam;
  • In samenwerking met het Center of International Affairs (CoIA) te streven naar een Center of Expertise Internationalisation (CoE) waarin onderzoek, ontwikkeling en advisering ten aanzien van internationalisering verder uitgebouwd worden;
  • Onderzoek doen naar (learning outcomes van) internationale competenties of interculturele sensitiviteit vanuit de gedachte dat studenten in hun persoonlijke ontwikkeling zich bewust moeten zijn van de plurifomiteit van hun werk-, woon- en leefomgeving en welke mogelijkheden die bieden. Het onderzoek gebeurt vanuit het onderwijsperspectief hetgeen betekent dat het moet bijdragen aan curriculumopbouw en –vernieuwing;
  • Onderzoek doen naar het brede portfolio van internationalisering ten aanzien van het onderwijs: professionalisering van internationalisering, internationalisation@home, doorlopende leerlijn internationalisering, internationalisering van het curriculum; impact van internationalisering, 21st century skills, strategic partnerships;
  • Onderzoek doen naar internationaliseringsvraagstukken van bedrijfsleven en overheid: internationale arbeidsmarkt en employability, inclusieve internationalisering, interculturele sensitiviteit, internationale netwerken, 21st century skills, internationale talentwerving;
  • Het creëren van partnerships (strategic en 3P) en helix-netwerken (onderwijs/onderzoek-bedrijfsleven-overheid-maatschappij);
  • Het accommoderen van gesubsidieerd onderzoek internationalisering in samenwerking met de netwerken alsmede andere instituten, kenniscentra en CoIA;
  • Het faciliteren en accommoderen van onderzoek door docenten, coördinatoren en studenten van de HR in overleg met instituten, opleidingen, en kenniscentra;
  • Het adviseren van instituten en opleidingen inzake internationalisering voor zover er naar inhoudelijke thema’s van internationalisering wordt gekeken. Dit betreft curriculumopbouw en –vernieuwing, professionalisering (onderzoek), trends en ontwikkelingen in internationaal onderzoek van internationalisering;
  • Kenniscirculatie van trends en ontwikkelingen, onderzoek en resultaten, alsmede het tot stand brengen van samenwerkingen (onderwijs en onderzoek) ten aanzien van internationalisering.

Ten aanzien onderzoek naar internationalisering moeten we concluderen dat er genoeg onderzoek wordt gedaan als het gaat om de onderwijsgerelateerde aspecten: internationalisation@home, studentmobiliteit, programme learning outcomes, internationale competenties, internationalisering van het curriculum, internationalisation and employability.

Maar het onderzoek naar internationalisering moet groeien. In Europa zijn er geen equivalenten van lectoraten internationalisering dan wel lectoren internationalisering (van het hoger onderwijs). In Nederland kennen we lectoraten ten aanzien van internationalisering bij NHL Stenden, Zuyd Hogeschool, Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam. Hogeschool van Amsterdam kende met Hans de Wit jaren een lector die internationalisering op de onderzoekskaart heeft gezet in het CAREM-instuut (Centre for Applied Research on Economics and Management). Daarnaast wordt er onderzoek gedaan of kennis gecreëerd bij hogescholen en publieke organisaties in Nederland (NHL Stenden, Haagse Hogeschool, Zuyd Hogeschool, Hanzehogeschool, Nuffic) of in het buitenland (Leeds Beckett, Engeland; CIMO, Finland). Het is een domein waarmee Nederland zich kan positioneren en profileren. In een interculturele en internationale stad als Rotterdam, lijkt die connectie van internationalisering in de helix als vanzelfsprekend.

In het kader van hetgeen de Next Education Group (Roadmap Next Economy) heeft aangegeven alsmede de ontwikkelingen ten aanzien van internationalisering hebben de hoger-onderwijsinstellingen in Rotterdam uitgesproken een verdergaande samenwerking aan te gaan door zich te verbinden aan een gezamenlijke onderzoeksagenda voor internationalisering (Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Inholland Hogeschool Rotterdam, Thomas More Hogeschool, Codarts, en Gemeente Rotterdam, 2017). Dat levert een krachtig netwerk voor onderzoek op om het arbeidsmarktvraagstuk, inclusieve internationalisering, global citizenship of internationalisering van het curriculum te faciliteren en accommoderen.

In een eerdere fase (2016) werd al een poging ondernomen door Nuffic/NRO om met partners uit het onderwijsveld te komen tot een onderzoeksagenda voor internationalisering. Het samenwerkingsverband van hoger-onderwijsinstellingen en Gemeente Rotterdam bouwde daarop voort in een workshopbijeenkomst in november 2017. Een mindmap met onderzoekstopics is hieronder weergegeven. Een definitieve onderzoeksagenda, waarbij ook aandacht is voor het bedrijfsleven (zie onder taken lectoraat) en de maatschappij, wordt in de loop van 2018 verwacht. Het geeft aan dat internationalisering niet alleen geagendeerd is, maar ook dat onderwijspartners en anderen met onderzoek internationalisering van kennis wil voorzien en deze wil door ontwikkelen.

Figuur 6: Onderzoeksagenda Internationalisering, HEI’s Rotterdam November 2017

Onderzoek van het lectoraat

Ik heb er bewust voor gekozen het onderzoek te doen met een onderzoeksgroep. Ik zie het onderzoek doen als een leerproces en een onderzoeksgroep functioneert als een professional learning community. Er valt veel van elkaar te leren, in het bijzonder als dat een samenstelling kent van niet alleen hoofddocenten met een onderzoeksopdracht, maar ook docenten, kerndocenten en hogeschooldocenten. Zelfs coördinatoren internationalisering. De interactie en dynamiek van het met elkaar onderzoek doen leidt tot nieuwe inzichten, kritische reflectie, uitgebreide consultatie, maar ook uitwisseling van onderzoeksvaardigheid. Uiteraard moet het onderzoek leiden tot nieuwe kennis en inzichten, maar het onderzoeksproces van leren als onderdeel van professionalisering is navenant belangrijk. Dat het een proces is van succes en tegenslagen is onderdeel van het leerproces. Dat is hetgeen docent-onderzoekers mee terugnemen naar hun afdeling of opleiding.

Onderzoek 21st century skills

Het onderzoek van het lectoraat richt zich in de eerste fase op 21st century skills en internationalisering en het MKB.

Over de jaren is er veel onderzoek gedaan en zijn vele publicaties verschenen over 21st century skills. Ik heb hierboven daar al gewag van gemaakt. Wat nog ontbreekt in het onderzoek naar 21st century skills is hoe de perceptie van studenten is met betrekking tot 21st century skills. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Which 21stcentury skills do Rotterdam University of Applied Sciences students think they need to develop during their studies in order to increase their employability?In de eerste plaats vragen we studenten naar het raamwerk van 21stcentury skills en in de tweede plaats op welke wijze deze ontwikkeld worden tijdens de studie. Een derde aspect betreft de relatie van het ontwikkelen van 21st century skills om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De bestudering van 21st century skills levert een verscheidenheid aan skills en overzichten op waarover ik al eerder schreef. Op basis van literatuuronderzoek is een raamwerk 21st century skills samengesteld (Dede, 2009; Kim, Trzmiel, 2014; Saavedra, Opfer, 2012, Voogt, Pareja, 2010; Trilling, Fadel, 2009; Andrews, Higson, 2008; Van Roekel, 2010; Bastiaens, Siomns, Huylebroeck, 2013; Coenen, 2008; De Wit, Coelen, Kostelijk, 2015; Van der Ziel, 2012; Bourn, 2011/2012) (zie afbeelding hieronder) waarbij het overzicht van het World Economic Forum (WEF, 2015/2016) centraal heeft gestaan.

Figuur 7: Concept of 21st Century Skills

Bron: Onderzoeksgroep 21st Century Skills

Studenten vormen de bron van dataverzameling. Immers, de perceptie van de student staat centraal, mede door het onderwijsleerproces dat de student doorloopt. Het leren cq verwerven van skills is niet alleen een formeel proces, maar ook een informeel proces. De drie vormen van leren, formeel, non-formeel en informeel leren behoren alle tot het leerproces (Leren in Samenspel, OR, 2003). Met name het werkplekleren (informeel leren) dat studenten doen via stages, bijbanen en parttime werk, draagt bij aan kennis en vaardigheden buiten de school. Is dat intentioneel op de werkplek, dan spreken we van non-formeel leren (Bouw op Talent, KIA, 2010). Door de toename van werkplekleren, 70% van de studenten in het hbo en wo hebben een bijbaan of betaalde stage (het hbo zelfs 74%) (Studentenonderzoek, Nibud, 2017), is de vraag gerechtvaardigd de studenten centraal te stellen.

Research objectives

  1. To define and describe the trends and developments of the (inter)national labour market in relation to employability of university undergraduates;
  2. To clarify the skills development process throughout their studies at Rotterdam University of Applied Sciences, how these skills have been developed, as well as the gaps existing between the level of skills achieved at Rotterdam University of Applied Sciences and the expectation among employers;
  3. To clarify and understand the perception of acquired skills by students during their studies (in relation to their employability);
  4. To provide advice to educational departments in terms of missing skills as well as possible actions to enhance their skills training.

Tussentijdse resultaten

Het tussentijdse rapport van de onderzoeksgroep 21st century skills leverde een aantal inzichtelijke antwoorden op (Van der Gaast, Haan-Cao, Abbenbroek, Santjer, Van der Kooy, 2017). Het onderzoek wordt uitgevoerd onder eerstejaars en vierdejaars studenten studenten ten einde vast te stellen of skills in belangrijkheid zijn toegenomen dan wel een niveau hebben bereikt in de ogen van studenten. In het voortraject van het onderzoek is niet alleen onder tweedejaars studenten International Business en Management Studies een pilot study gedaan, maar zijn ook een aantal focus groep sessies gedaan met studenten van de Rotterdam Business School en het instituut Communicatie, Media en Informatietechnologie. Uit de pilot study bleek dat de 21st century skills literacies niet hoog scoren, zijnde een vanzelfsprekendheid verbonden aan onderwijs, terwijl communicatie, critical thinking en samenwerking hoog scoren (zowel in belangrijkheid als bereikte 21st century skill). Zowel creativiteit (van 10 naar 3 in the Future of Jobs, WEF, 2016) als entrepreneurship en nieuwsgierigheid scoren bij tweedejaars studenten niet hoog. Aspecten die we in documenten van instituten en opleidingen zien terugkeren, namelijk dat het belangrijke skills zijn om als afgestudeerde succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Bij de vierdejaars studenten is opvallend dat communicatie nog steeds een belangrijke plaats inneemt, maar dat bij drie instituten health and psychological awareness een belangrijke skill is geworden. De resultaten tussen eerstejaars en vierdejaars studenten komen overeen, ofschoon opvallend is dat de literacies niet hoog scoren maar wel de kleinste gap hebben t.o.v. bereikt niveau. Met andere woorden, hetgeen de instituten in hun onderwijsprogramma’s aan kennis aanbieden wordt door de studenten ervaren als van voldoende niveau.

De analyses van de surveys die in de afgelopen periode onder eerstejaars en vierdejaars studenten zijn uitgezet, zullen in de zomer van 2018 leiden tot conclusies en aanbevelingen van de onderzoeksgroep. Ter illustratie de (voorlopige) resultaten schematisch weergegeven.

Results–Pilot study

Figuur 8: 21st Century Skills - 2nd Year Students IBMS

Bron: Onderzoeksgroep 21st Century Skills

Results–4th yearstudents-Importance

Figuur 9: Results – 4th yearstudents-Importance

Bron: Onderzoeksgroep 21st Century Skills

Results - 1st year students

Figuur 10: 21st CenturySkills -1st YearStudents

Bron: Onderzoeksgroep 21st Century Skills

Onderzoeks Internationalisering en het MKB

De onderzoeksgroep 21st century skills heeft een impact map gemaakt die weergeeft wat de onderzoeksgroep verwacht van de onderwijsorganisatie alsmede van de onderzoeksgroep zelf na afloop van het onderzoek.

figuur 11: Impact Map, Onderzoeksgroep 21stCentury Skills

Het onderzoek van de onderzoeksgroep Internationalisering en het MKB heeft zich in een eerste onderzoek gericht op het Rotterdamse MKB. Er is sprake van een enorme diversiteit aan MKB-bedrijven en het laat zich dus moeilijk vangen in wat internationalisering betekent voor het MKB. Niettemin zocht men naar de onderwijs-mkb-vraag die aan de ene kant voor het hoger onderwijs inzichtelijk maakt wat de onderwijsprogramma’s gevraagd wordt en aan de andere kant wat het MKB nodig heeft om de ontwikkelingen in de diverse domeinen te faciliteren (zie ook hierboven hetgeen over de Roadmap Next Economy is gezegd). Het onderzoek binnen het lectoraat internationalisering sluit aan bij het onderzoek van de 21st century skills, aangezien dat onderdeel is van de onderzoeksvraag van internationalisering en het MKB.

Onderzoeksdoelen

1. Een internationaal curriculum (economisch domein) dat aansluit bij de wensen en verwachtingen van het internationaal opererende MKB

a. Studenten met een global mindset

b. Studenten die passend zijn voor de internatonale arbeidsmarkt

2. Het Rotterdamse MKB versterken en daardoor het MKB succesvoller laten opereren in de internationale arena

a. Leveren van een bijdrage aan de positie/imago van Rotterdam

Onderzoeksvraag

Hoe moet de HR haar studenten in het economisch domein opleiden, zodat zij van toegevoegde waarde zijn voor het internationaal opererende MKB in de regio Rotterdam?

Voor het onderzoek is het model van Panteia (marktonderzoeksbureau) gebruikt ten aanzien van de typologering van het innovatieve MKB. De indeling van het MKB kan op verschillende manieren gedaan worden. Het ministerie van economische zaken heeft de indeling van onderzoeksbureau Panteia verder ontwikkeld tot vier archetypes: zzp’ers, scale-ups, starters en gevestigde MKB-bedrijven (EZ, De staat van het MKB, 2016). Daarnaast kan volgens Panteia (2015) ook onderstaande indeling gemaakt worden op basis van het aantal werknemers, innovatief vermogen/waardecreatie en hoe lang al bestaand. Duidelijk is dat er van ‘het MKB’ niet gesproken kan worden. Reden voor het ministerie van economische zaken om archetypes te formuleren. Deze archetypes hebben alle een ander focus en verschillende belangen.

Figuur 12: Schematische weergave van de overlap tussen de vier typen mkb-bedrijven

Bron: Panteia Research

Tussentijdse resultaten

In de tussentijdse rapportage (Blankenstein, Bouwman, Van der Kooy, 2017) is ten aanzien van de 21st century skills met name naar voren gekomen dat dezelfde skills worden geadresseerd die in het 21st century skills-onderzoek al naar voren waren gekomen. Het is opvallend dat ondernemerschap en aanpassingsvermogen niet hoog scoren. En wat te denken van doorzettingsvermogen in relatie tot de resilient city. Wellicht is dat wat kort door de bocht, aangezien het feitelijke rapport nog moet verschijnen. In ieder geval zijn we benieuwd naar de rapportage van de onderzoeksgroep internationalisering en het MKB als ook naar de rapportage van de onderzoeksgroep 21st century skills, die hierboven is genoemd. Ook de onderzoeksgroep internationalisering van het MKB heeft een Impact Map samengesteld die aan het eind is opgenomen.

Figuur 12: Resultaten –MKB Survey –21st CenturySkills

Bron: Onderzoeksgroep 21st Century Skills

Figuur 13: Impact Map - Onderzoeksgroep Internationalisering en het MKB

Nieuw onderzoek ten aanzien van internationalisering van onderwijs en bedrijfsleven is reeds aangegeven. Er kan in de samenwerking met private en publieke partners onderzoek gedaan worden naar professionalisering van internationalisering (samenwerking met de Haagse Hogeschool), de doorlopende leerlijn internationalisering, internationalisering van het curriculum, learning outcomes internationalisation, internationalisation@home, mobiliteit van staf en studenten, strategic partnerships, 3P-netwerken en -partnerships. Maar ook naar sociaal-economische en maatschappelijke vraagstukken als superdiversiteit, inclusiviteit en migratie, talentwerving, transitie- en arbeidsmarkvraagstuk, groeistrategie en internationalisering MKB, netwerkorganisaties in internationaal perspectief en in samenwerking met onderwijspartners en publieke organisaties.